Paardengebit

paardengebit

Hoewel onze paarden zijn gedomesticeerd worden ze nog geboren met het gebit zoals de natuur dat bedacht heeft.  Dat wil zeggen dat de tanden van het paard zijn gemaakt om ongeveer 18 uur per dag te malen. Dit malen/grazen deed het paard vroeger op de steppe waar het paard voldoende (grove structuren) grof gras, takjes of zelf schors tot zich kon nemen. Hoe grover de structuur hoe meer er gemaald wordt wat weer resulteert in een maximale kauwbeweging en gebruik (afslijting) van de kiezen/tanden van het paard.  Omdat het paard nu afhankelijk is geworden wat wij hem geven maalt het paardengebit nog maar zo’n 4 uur per dag. Daar komt bij dat het ‘menu’ wat wij onze paarden voorschotelen te weinig ruwe structuur heeft wat resulteert in een onvoldoende cirkelvormige beweging van de onderkaak en dus onvoldoende gebruik/slijtage van de kiezen.

Het paard maalt zijn voedsel fijn tot een voedselbolus en slikt deze door. De maalbeweging is een cirkelvormige beweging van de onderkaak van het paard. Hierbij gaat de onderkaak van centraal naar buiten, naar voren, naar binnen en terug. Deze cirkelbeweging van paardenkaak bestaat uit twee componenten. Voorachterwaartse beweging van de onderkaak en het bewegen van de onderkaak van links naar rechts. Het is dan ook goed voor te stellen dat paardengebitsproblemen de maalbeweging verminderen met alle gevolgen van dien.

Lees meer over gebitsproblemen bij paarden